Tahin, of sesampasta, wordt veel gebruikt in de Oosterse keuken en is heerlijk om dressings mee te maken (bijvoorbeeld voor over de buddha bowl) of als ingrediënt voor hummus. Een aantal jaar geleden kon het best lastig zijn om aan tahin te komen, maar tegenwoordig is het in vrijwel iedere supermarkt te koop. De smaken verschillen onderling wel enigszins, dus het kan even zoeken zijn voor je een merk hebt gevonden die paleo proof en naar jouw smaak is. Het is echter ook zeer eenvoudig en leuk om zelf te maken! Het roosteren kost wat tijd en aandacht, maar tegelijkertijd kun je juist met dit proces zelf de smaak bepalen: hoe langer je de zaadjes roostert, des te bitterder de uiteindelijke smaak. Hieronder het recept!
Wat zit er in tahin?
Ingrediënten:
150 gr sesamzaadjes
20 ml olijfolie van goede kwaliteit
20 ml walnootolie
zeezout
That’s it! Ik vind een combinatie van een goede olijfolie met walnootolie het lekkerste voor tahin, maar dit is echt een kwestie van smaak. Probeer daarom uit welke olie wat jou betreft het lekkerste is. Bij het zeezout heb ik geen hoeveelheid gezet, ook dit is een kwestie van smaak.
Hoe maak je tahin?
– Je begint met het roosteren van de sesamzaadjes. Doe deze in een grote koekenpan en rooster op een middelhoog vuur langzaam en gecontroleerd. Pas goed op want ineens kan het hard gaan! Ik vind het lekker als de zaadjes goudbruin zijn na het roosteren.
– Laat de sesamzaadjes afkoelen. Doe ze daarna in een keukenmachine met een scherp mes, samen met het zeezout, en hak de zaden zo fijn mogelijk.
– Voeg tot slot beetje bij beetje de olie toe, tot er een gladde massa ontstaat.
Bewaar de tahin in een schoon en goed afgesloten potje in de koelkast, niet langer dan een maand. Het kan zijn dat de olie na verloop van tijd naar boven drijft. In dat geval even doorroeren voor gebruik 🙂

Meer heerlijke recepten?
Volg dan de pagina op Facebook en blijf op de hoogte!